In het achterliggende jaar zijn grote stappen gemaakt om de afzonderlijke administraties voor Driestar en Wartburg samen te voegen. 2022 was het laatste jaar waarin nog met twee administraties is gewerkt. Vanaf 2023 is de volledige integratie van de boekhouding en de financiële systemen een feit.
Financieel staan we er als Scholengroep Driestar-Wartburg op dit moment goed voor. De overheid heeft een fors bedrag aan extra middelen beschikbaar gesteld vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Deze NPO-middelen zijn op het moment van schrijven volledig uitgekeerd en de komende jaren hopen we – evenals voorgaande jaren – deze middelen volledig in te zetten door ze te besteden aan diverse extra inspanningen binnen de school, gericht op het inhalen van leervertragingen die door de coronaperiode zijn ontstaan. Dat het om een significante hoeveelheid middelen gaat, blijkt bijvoorbeeld uit de meerjarenbegroting. In het jaar 2024 is de verwachting dat het resultaat op basis van de reguliere bekostiging bijna € 3,4 miljoen negatief zal zijn. Dit negatieve resultaat wordt echter grotendeels gecompenseerd met de reeds gereserveerde NPO-middelen. In het jaar 2025 zullen naar verwachting alle NPO-middelen ingezet zijn.
Daarin schuilt een van de belangrijkste aandachtspunten voor de komende jaren. We zullen het kostenniveau op tijd terug moeten schalen om onze schoolorganisatie weer in lijn te brengen met de reguliere bekostiging, waarbij de laatste berichten ook risicosignalen uitzenden rondom de reguliere bekostiging. De overheid zoekt namelijk naar ruimte om haar financiën beter in balans te brengen na een aantal jaren van duidelijk toenemende tekorten.
Tegelijkertijd is ons goede resultaat over de afgelopen jaren ook ongewenst. We hadden graag meer middelen besteed aan benoeming van docenten in openstaande vacatures. Helaas moeten we vaststellen dat diverse vacatures niet vervuld kunnen worden. Het lerarentekort is een echte zorg! Mede hierom investeren we extra in een compleet en aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenpakket. Tijdens de fusie zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden van beide scholen samengevoegd op een manier waarop steeds de beste regeling leidend was. Deze worden vanaf 2023 gaandeweg geïmplementeerd. Tevens was bij de fusie afgesproken dat de Scholengroep in drie jaar wil groeien naar de afgesproken functiemix-doelpercentages. Nu er voldoende financiële ruimte is, is de functiemixruimte bijna in zijn geheel ingevuld. Dit kost extra middelen die ook op lange termijn blijvend nodig zijn.
De fusie-integratie is nog niet geheel afgerond. Na de integratie van de MS Office-systemen en AFAS volgt in 2023 de integratie van een aantal overige systemen. Deze integraties brengen ook extra kosten met zich mee.
Onze reserves zijn gevuld tot boven het gewenste niveau en komende jaren willen we deze gaandeweg en gecontroleerd aanwenden ten behoeve van het onderwijs. Tegelijkertijd is een doelmatige besteding ervan soms lastig, bijvoorbeeld vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Tevens is het van belang om bij tijdelijke extra inzet van middelen ervoor te zorgen dat terugschakelen ook mogelijk is wanneer de middelen weer wegvallen.
In de achterliggende tijd is een aantal bestedingsdoelen geformuleerd met de daarbij behorende aandachtspunten. De bedoeling is om de gedachten te ordenen en tot beeldvorming te komen wat goede en doelmatige besteding kan zijn.
Het totaalbeeld dat voor de Scholengroep naar voren komt, stemt ons dankbaar. De Scholengroep heeft een solide financiële positie met ruim voldoende financiële reserves. De komende jaren zullen DV door de inzet van het surplus dat in de afgelopen jaren is ontstaan, gecontroleerd negatieve resultaten verantwoord zijn. We bidden dat de Heere deze voornemens wil zegenen en bovenal het onderwijs tot zegen wil laten zijn voor onze leerlingen.
Jaarlijks worden de leerlingenprognoses van onze scholen geactualiseerd. Deze prognoses zijn ook gebruikt bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2023-2026.
Het aantal leerlingen op de basisscholen is gemiddeld genomen redelijk stabiel. De verwachte instroom is komende jaren op basis van een 3-jaars gemiddelde vrijwel gelijk aan de instroom van 2022. Het aantal leerlingen op Driestar neemt volgens de prognose iets toe en op Wartburg iets af.
Op basis van de leerlingenprognose en de begrote ontwikkeling van de reguliere bekostiging en aanvullende subsidieregelingen, verwachten we komende jaren een stabilisering van het aantal personeelsleden. Als in 2026 alle NPO-middelen ingezet zijn, verwachten we een daling van het aantal personeelsleden.
Aan de hand van de jaarrekening en geprognosticeerde balansen kunnen de kengetallen als volgt worden weergegeven.
Sinds 2008 berust het financiële toezicht op het onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs. Een van de onderdelen van dat financiële toezicht is het zogenaamde toezicht op de financiële continuïteit: de vraag of een bestuur/instelling financieel gezond is en op korte en middellange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Met bovenstaande kengetallen voldoet de school voor alle kengetallen ruim aan de grenswaarden voor de signalering.
Naast de kengetallen en signaleringswaarden voor het toezicht op de financiële continuïteit heeft de Inspectie van het Onderwijs ook een signaleringswaarde ontwikkeld voor toezicht op publiek eigen vermogen. Deze geeft een indicatie hoeveel eigen vermogen een onderwijsinstelling (school of samenwerkingsverband passend onderwijs) redelijkerwijs maximaal nodig heeft voor een gezonde bedrijfsvoering.
Context en beleid kunnen aanleiding zijn om (tijdelijk) een hogere vermogenspositie aan te houden dan de signaleringswaarde. Dat is ook het geval bij onze school. Het werkelijk publieke eigen vermogen is in 2021 en 2022 namelijk tijdelijk boven het normatieve eigen vermogen uitgekomen. Omdat de middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs worden toegekend als lumpsum, moeten de middelen volledig als baten worden verantwoord in het jaar waarin ze worden toegekend. De besteding van deze middelen kan echter niet volledig worden gedaan in het jaar waarin we deze hebben ontvangen. Daarvoor is een bestemmingsreserve gevormd die een tijdelijk effect heeft op het werkelijk publieke eigen vermogen van € 4.200.000.
Door het in april 2022 afgesloten Onderwijsakkoord 'Samen voor het beste onderwijs' is totaal € 2.414.000 aan extra middelen beschikbaar gekomen voor de aanpak van werkdruk in het voortgezet onderwijs. Hiervan wordt de helft besteed aan een collectieve aanpak, waarvoor een bestemmingsreserve is gevormd van € 1.207.000 en waarvoor de locatiemedezeggenschapsraden en locatiedirecties in het voorjaar van 2023 plannen uitwerken voor de besteding van deze middelen.
Verder is nog niet duidelijk welk effect het overstappen van een egalisatievoorziening groot onderhoud naar een voorziening groot onderhoud per component - waarvoor tijdsevenredig gespaard moet worden - zal hebben. Er kan een verschuiving van eigen vermogen naar voorziening nodig zijn, waardoor de reservepositie zal afnemen.
Hieronder volgt een korte toelichting op de andere kengetallen.
Het weerstandsvermogen is de belangrijkste indicator voor het weergeven van de financiële positie. Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de noodzakelijke financiële reserve. Dit wordt gedefinieerd als het eigen vermogen gedeeld door de totale baten uit de bedrijfsvoering. Bij een financiële calamiteit dient het weerstandsvermogen als buffer. Het geeft het vermogen weer om ook in ongunstige tijden de activiteiten te kunnen voortzetten en geeft zodoende een indicatie van de continuïteit van de Scholengroep Driestar-Wartburg bij onvoorziene gebeurtenissen. Op basis van een risicoanalyse is het benodigde weerstandsvermogen vastgesteld op € 9.308.000 bij een gewenst zekerheidsniveau van 95%. Onze reserves zijn gevuld tot boven het gewenste niveau en komende jaren willen we deze gaandeweg en gecontroleerd aanwenden ten behoeve van het onderwijs. Zie verder de Continuïteitsparagraaf.
De inspectie hanteert voor de berekening van het weerstandsvermogen het totale eigen vermogen, dus inclusief alle bestemmingsreserves. Omdat de bestemmingsreserves een vaststaande bestemming hebben, zijn de uitkomsten bij deze rekenwijze geflatteerd. Om die reden hanteert de Scholengroep Driestar-Wartburg bij de berekening van het weerstandsvermogen de algemene reserve en de private bestemmingsreserve weerstandsvermogen (zie Weerstandsvermogen I).
De liquiditeitsratio geeft aan in welke mate de instelling op korte termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De current ratio is geen primaire stuurvariabele, maar speelt in het geheel van het financiële beleid wel een rol. Een te hoge ratio wijst op een te hoge stand van de liquide middelen, waardoor deze onvoldoende renderend zijn. De norm van de onderwijsinspectie is minimaal 0,75. De school hanteert als norm 1,00. In dat geval zijn er meer bezittingen die op korte termijn te gelde gemaakt kunnen worden, dan kortlopende schulden die afgelost moeten worden. Ook aan deze norm wordt ruimschoots voldaan. Door ontvangst van de NPO-middelen en de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor aanpak van werkdruk ligt de ratio tijdelijk hoger.
De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De solvabiliteit van de Scholengroep Driestar-Wartburg ligt mede door diverse bestemmingsreserves ruim boven de ondergrens van 30%. Naar verwachting zal de solvabiliteit vanaf 2023 een dalende trend gaan vertonen als gevolg van de uitputting van de bestemmingsreserves.
Rentabiliteit is de verhouding tussen het financiële resultaat en het vermogen waarmee dat resultaat is behaald. Onderwijsinstellingen zijn niet gericht op winst maar streven op de langere termijn naar een resultaat van nul. Ook dit kengetal is vanwege de ontvangen subsidies vertekend.
Belangrijker voor de Scholengroep is de 'rentabiliteit genormaliseerd'; immers voor een aantal kosten is er een bestemmingsreserve gevormd die van invloed is op de rentabiliteit. Dit kengetal is met 2,5% hoog voor onze Scholengroep. Hieraan liggen diverse oorzaken ten grondslag, bijvoorbeeld omdat er minder kosten zijn gemaakt door de krapte op de arbeidsmarkt. Voor 2023 tot en met 2025 fluctueert het kengetal van licht negatief tot licht positief.
Voor goed onderwijs is ook goede huisvesting nodig. Hoewel de kosten voor huisvesting in het onderwijs slechts een klein deel van de totale kosten vormen, hebben casussen in het verleden laten zien dat de gevolgen van financiële risico’s die met huisvesting samenhangen, groot kunnen zijn. De huisvestingsratio geeft aan welk deel van de totale lasten gaat over huisvesting. De signaleringswaarde was destijds 10% en fluctueert bij de Scholengroep Driestar-Wartburg rond de 6,5%.
Evenals vorig jaar is 2022 met een fors positief resultaat afgesloten. Met name de extra middelen die eind 2022 beschikbaar zijn gekomen voor de aanpak van werkdruk in het voortgezet onderwijs, een uitkering uit het eigen vermogen van het samenwerkingsverband en het niet kunnen invullen van vacatures, hebben bijgedragen aan dit resultaat.
Hieronder volgen de belangrijkste verschillen tussen de begroting en de realisatie in 2022.
Financieel staan we er als Scholengroep Driestar-Wartburg op dit moment goed voor. In 2023 worden nogmaals NPO-middelen ontvangen. De inzet zal plaatsvinden tot en met het schooljaar 2024/2025. Dit verklaart tegelijk de negatieve begrote resultaten voor de jaren 2024 en 2025. Aan het verwachte negatieve resultaat voor 2023 liggen bewuste keuzes ten grondslag. Dit negatieve verwachte resultaat komt onder andere uit:
Het eigen vermogen is opgebouwd uit een algemene reserve, een aantal bestemmingsreserves (publiek en privaat) en een bestemmingsfonds.
Algemene reserve
De algemene reserve is gevormd om risico's op te kunnen vangen en de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Het (genormaliseerde) positieve resultaat over 2022 is toegevoegd aan het eigen vermogen. Het saldo bedraagt € 15.412.000.
Bestemmingsreserve privaat
Deze bestemmingsreserve is opgebouwd uit private middelen. Hieraan is geen beperking aangebracht vanwege derden. Het saldo bedraagt € 3.303.000.
Bestemmingsreserve huisvesting Gouda
In 2017 tot en met 2020 is - in verband met het afstoten van gebouw Epsilon - aan het Ronsseplein in Gouda de benodigde huisvesting gerealiseerd. Het gerealiseerde gedeelte van de nieuwbouw, minus de ontvangen vergoeding van de gemeente Gouda, is voor € 4.000.000 geactiveerd en wordt in 15 jaar afgeschreven. Voor de jaarlijkse afschrijvingskosten is een bestemmingsreserve gevormd van € 4.000.000. In 2022 is € 267.000 onttrokken aan de bestemmingsreserve. Het saldo per 31 december 2022 bedraagt € 2.825.000.
Bestemmingsreserve Onderwijsconvenant verlichting lerarentekort en werkdruk
Door het in april 2022 afgesloten Onderwijsakkoord 'Samen voor het beste onderwijs' zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor de aanpak van werkdruk in het voortgezet onderwijs. Aan de sector wordt vanaf 2022 jaarlijks € 300 miljoen uitgekeerd. Hiervan wordt de helft (€ 150 miljoen) besteed aan een collectieve aanpak op de scholen. De werknemers zijn hierbij gezamenlijk aan zet en gaan met elkaar in overleg over het nemen van maatregelen om de werkdruk te verminderen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan extra ondersteuning in de klas, ten behoeve van leerlingenbegeleiding of om de lasten van bepaalde taken te verminderen (zoals mentoraat of surveillance). Scholen kunnen samen met de werknemers bepalen wat goede maatregelen zijn om de werkdruk te verminderen. Voor de Scholengroep Driestar-Wartburg gaat het om een bedrag van € 1.207.000, waarvoor de locatie medezeggenschapsraden en locatiedirecties in het voorjaar van 2023 plannen uitwerken voor de besteding van deze middelen.
Deze middelen zijn toegevoegd aan de reeds bestaande bestemmingsreserve Verlichting lerarentekort en werkdruk, die gevormd was voor de nog niet bestede middelen uit het convenant ‘Aanpak lerarentekorten en werkdrukverlichting’ (2019). De kosten van de werkdrukverlichtende maatregelen waren in 2022 € 301.000 en zijn via de resultaatbestemming ten laste gebracht van deze bestemmingsreserve. Per 31 december 2022 is van deze middelen nog € 131.000 beschikbaar.
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is een steunprogramma in verband met de coronacrisis om hiermee leerlingen te helpen om leervertragingen en andere problemen aan te pakken die door corona zijn ontstaan. Doordat de middelen vanuit de Regeling NPO zijn aangemerkt als reguliere lumpsum (normatieve Rijksbijdrage), worden de baten verantwoord in het boekjaar waarop de toekenning betrekking heeft. De lasten van het NPO worden verantwoord in het verslagjaar waarop deze lasten betrekking hebben. In 2022 is een bedrag van € 3.124.000 aan subsidie ontvangen. De lasten van € 3.118.000 zijn aan de bestemmingreserve NPO onttrokken, zodat het saldo per 31 december 2022 € 4.229.000 bedraagt
Bestemmingsreserve BAPO
De bestemmingsreserve BAPO is gevormd voor uitgestelde BAPO-rechten waarvan de spaarmogelijkheid is vervallen met ingang van 1 augustus 2009. Het saldo bedraagt € 6.000.
Bestemmingsfonds Financiële Steun Rotterdam/Dordrecht
Per 1 mei 2021 is de stichting Materiële Steun ontbonden. Het vermogen van € 575.000 is geschonken onder de opdracht het vermogen uitsluitend te besteden ter ondersteuning van het reformatorisch VO in de regio Rotterdam/Dordrecht, in het bijzonder door financiële steun te verlenen als er sprake is van een lange reisafstand en de school anders (financieel) onbereikbaar wordt. In 2022 is per saldo € 8.000 onttrokken zodat per 31 december 2022 nog € 567.000 beschikbaar is.
Voor meer inzicht in de opbouw van het eigen vermogen wordt verwezen naar de jaarrekening.
De materiële vaste activa zijn in 2022 toegenomen. In totaal is er in 2022 voor € 4.583.000 geïnvesteerd, waarvan € 3.455.000 in inventaris en apparatuur. Hiervan heeft € 1.898.000 betrekking op investeringen in de verbetering van de luchtkwaliteit en koeling in de Goudse gebouwen Gamma en Zèta. De investeringsbegroting voor 2022 voor inventaris en apparatuur bedroeg totaal € 3.748.000, waardoor er per saldo € 293.000 minder is geïnvesteerd dan begroot. De meest in het oog springende oorzaak is dat de ventilatie in Driestar Lekkerkerk in afwachting tot een komende renovatie niet gerealiseerd is. In 2023 is er voor € 2.000.000 aan (vervanging van) IT-hardware en audiovisuele middelen begroot. Vanaf 2024 verwachten we een daling van de materiële vaste activa als gevolg van afschrijving op grote investeringen in de achterliggende jaren in ventilatie en klimaatbeheersing.
Eind 2022 is de gezamenlijke begroting 2023 van de Scholengroep Driestar-Wartburg vastgesteld. Deze begroting bestaat nog uit twee afzonderlijke deelbegrotingen voor Driestar en Wartburg. De reden hiervoor is dat in 2022 nog met twee administraties is gewerkt. Vanaf 2023 is de volledige integratie van de boekhouding en de financiële systemen een feit. Driestar en Wartburg hanteerden voor de begroting 2023 elk nog hun eigen allocatiebeleid. De bekostiging wordt aan beide scholen toegerekend op basis van de geldende financieringsregels van het ministerie van OCW. Overige inkomsten worden als regel toegerekend aan de locatie waartoe zij behoren. Dit geldt ook voor de kosten, waarbij de bovenschoolse kosten - mede door de gescheiden boekhoudingen - in redelijk vergelijkbare mate over beide scholen verdeeld zijn. Het proces van begroten is hierdoor ook nog op schoolniveau doorlopen door het College van Bestuur en de directeuren in samenwerking met de afdeling financiën.
Binnen beide scholen is sprake van nadrukkelijke samenwerking over locatiegrenzen heen. De eerste stap bij het toedelen van de binnenkomende gelden is het op een kwalitatief voldoende wijze invulling geven aan het onderwijs op de locaties. De resterende middelen zijn beschikbaar voor ondersteunende zaken, zoals leerlingenzorg en ondersteuning, huisvesting, facilitair, directie en staf, en lesmateriaal. Hierbij wensen we ruimte te houden voor onderwijsinnovaties. Zowel de start als de eindbespreking van de gezamenlijke begroting vond schooloverstijgend plaats in een overleg tussen het College van Bestuur en het Directieoverleg.
De Scholengroep Driestar-Wartburg heeft een inkoop- en aanbestedingsbeleid. Iedereen die inkopen doet, dient op de hoogte te zijn van en zich te houden aan dit beleid. In 2022 is het inkoop- en aanbestedingsbeleid van beide scholen samengevoegd en geactualiseerd. Bij alle investeringen groter dan € 25.000 wordt een aanbestedingsdossier opgebouwd. In 2022 is er passend binnen ons beleid bij meerdere procedures gekozen voor een meervoudige onderhandse procedure en er heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor het leveren van printers, multifunctionals en repromachines.
Ons treasurystatuut voldoet aan de Regeling beleggen, belenen en derivaten OCW 2016. De algehele doelstelling van de treasuryfunctie is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie op zowel de korte als lange termijn waarborgt.
Binnen onze school heeft treasury primair als doel het beheren van financiële risico’s en secundair het reduceren van financieringskosten. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij Scholengroep Driestar-Wartburg is dat deze gericht is op de financiële continuïteit van de organisatie.
Dit wordt in de volgende doelstellingen en voorwaarden gesplitst:
Bij de Rabobank zijn faciliteiten om gelden op een spaarrekening te plaatsen. Vanaf mei 2020 heeft de Scholengroep Driestar-Wartburg haar liquide middelen grotendeels ondergebracht bij Schatkistbankieren.
In het verslagjaar hebben zich geen liquiditeitsproblemen voorgedaan.
Risicomanagement is het identificeren en in sommige gevallen het kwantificeren van risico's en het opstellen van maatregelen om deze risico's te mitigeren. Risicomanagement is onderdeel van het beleid en is een continu proces. Een gedegen risicomanagementbeleid draagt bij aan het waarborgen van de continuïteit van onze scholen.
Onze scholen hebben een gestructureerd proces van risicomanagement, wat onder meer inhoudt:
Om op mogelijke risico's te kunnen anticiperen is het belangrijk om deze vroegtijdig te signaleren. We doen dat op verschillende manieren, omdat er sprake is van verschillende categorieën en niveaus van risico’s:
Risicoparagraaf bij het opstellen van plannen
Bij het opstellen van bijvoorbeeld een projectplan, locatieplan of teamplan wordt gevraagd om in een risicoparagraaf aan te geven welke ongunstige factoren een belemmerende rol kunnen spelen bij het behalen van de in het plan beoogde doelen en welke maatregelen zullen worden genomen als het risico zich voordoet.
Procesrisico’s
Met de inrichting van onze werkprocessen beogen wij onze activiteiten effectief en efficiënt uit te voeren, betrouwbare (financiële) verslaglegging en naleving van wet- en regelgeving te realiseren. In de wijze waarop we deze processen uitvoeren (administratieve organisatie) zijn maatregelen van interne beheersing genomen. Belangrijke maatregelen van interne beheersing in onze processen zijn: een gedragscode, reglementen, procedures, het (al dan niet gezamenlijk) verlenen van bevoegdheden aan bepaalde personen met een escalatie bij grotere belangen en/of risico’s, functiescheiding, vier ogen principe, fysieke beveiliging, logische toegangsbeveiliging, sleutelbeheer, oogtoezicht, toezicht via camera’s, gescheiden bewaring, registratie van de activiteiten, analyse van informatie, IT- maatregelen, verzekeringen, training van en bewustwording bij medewerkers, actuele procesbeschrijvingen en indien mogelijk wordt het werken conform de processen zoveel mogelijk afgedwongen via een geautomatiseerde workflow.
Interne audits
Door het uitvoeren van interne audits stellen we vast of er volgens de procesbeschrijvingen wordt gewerkt, de processen verbeterd kunnen worden, de beheersingsmaatregelen voldoen en we (fraude)risico’s tijdig signaleren.
Identificeren van risico’s binnen de school door het opstellen van een risicoanalyse
Elk jaar wordt de risicoanalyse geactualiseerd door aan de directies, het bestuur en de stafafdelingen onderstaande vragen te stellen:
Beïnvloeden van het integriteitsklimaat, om te bevorderen dat binnen de organisatie integer wordt gehandeld
Het integriteitklimaat is een belangrijke bepalende factor voor de effectiviteit van de getroffen controlemaatregelen. Bij het integriteitklimaat gaat het om de wijze waarop mensen binnen de organisatie ervaren hoe zij gestimuleerd worden tot integer gedrag en hoe zij ontmoedigd en verhinderd worden tot frauduleus en corrupt gedrag. Om een integer klimaat te bevorderen wordt in het directieoverleg jaarlijks een intervisiemoment gehouden naar aanleiding van de vier leidende principes van de code goed onderwijsbestuur: professionaliteit, integriteit, openheid en transparantie. Datzelfde gesprek vindt jaarlijks plaats in de ‘governancedriehoek’ tussen medezeggenschap, raad van toezicht en college van bestuur. Vanuit deze gesprekken vinden zo nodig verdiepende gesprekken plaats in de breedte van de school. We merken dat dit jaarlijks onderhoud het gesprek rondom de gewenste integriteitscultuur bevordert en voorziet van een bruikbaar vocabulaire, waardoor het signaleren van zaken die niet in deze cultuur passen wordt bevorderd.
Bij een financiële calamiteit dient het weerstandsvermogen als buffer. Het geeft het vermogen weer om ook in ongunstige tijden de activiteiten te kunnen voortzetten en geeft zodoende een indicatie van de continuïteit van de Scholengroep Driestar-Wartburg bij onvoorziene gebeurtenissen. Voor de bepaling van ons weerstandsvermogen gebruiken we de jaarlijks bijgestelde risicoanalyse. In 2022 hebben alle locatiedirecties, de stafafdelingen en het College van Bestuur de risico’s geïnventariseerd en geanalyseerd aan de hand van de bestaande risicoanalyse.
De risico’s liggen met name op het terrein van het bieden van:
Het benodigde weerstandsvermogen op basis van de risicoanalyse is € 9.308.000, bij het gewenste zekerheidsniveau van 95%.
Het benodigde weerstandsvermogen van € 9.308.000 blijft hiermee duidelijk onder het normatieve eigen vermogen van € 22.510.000, waaruit blijkt dat de school op basis van onze grondige analyse geen middelen voor het onderwijs ongebruikt op de plank wil laten liggen. Mede dankzij de vorming van eigen vermogen in het verleden is het weerstandsvermogen goed op peil. Ons werkelijke weerstandsvermogen (inclusief private middelen) ligt met € 18.715.000 duidelijk boven het benodigde weerstandsvermogen. Nog niet duidelijk is welk effect het overstappen van een egalisatievoorziening groot onderhoud naar een voorziening groot onderhoud per component - waarvoor tijdsevenredig gespaard moet worden - zal hebben. Er kan een verschuiving van eigen vermogen naar voorziening nodig zijn, waardoor de reservepositie zal afnemen. Het surplus aan weerstandsvermogen kunnen en willen we komende jaren inzetten voor het onderwijs. Zie verder de Continuïteitsparagraaf.
In de afgelopen jaren zijn geen bijzondere sponsorbedragen ontvangen van het bedrijfsleven of derden.